Een Kort Lontje hebben

ALTIJD IN STRIJD ZIJN

OM ‘THUIS’ TE KOMEN

 

Een Kort Lontje: Altijd in strijd zijn om ‘thuis’ te komen

Hij had een kort lontje. Reageerde op elke beweging. ‘Ik kan me op een of andere manier nooit ontspannen.’ Daarnaast zat hij nu in een moeilijke situatie met de moeder van zijn dochtertje, zijn ex. Vaak hadden ze ruzie, bijna halve gevechten. Deze vrouw en zijn kind haalden het meest onzekere in hem naar boven en hij had het gevoel dat hij juist hard moest zijn om te overleven en zodoende contact te hebben met z’n dochtertje.

We maakten zijn onrust wakker, nooit ontspannen kunnen zijn, ruzie en vechten, wat hem terug leidde naar een vorig leven.

In dat vorige leven moest hij naar de oorlog. Een oorlog die gewonnen moest worden, anders zou hij niet thuiskomen bij zijn vrouw en ongeboren (hopelijk) zoon. Bij de voordeur kuste hij zijn vrouw en legde hij zijn hand op de buik van zijn vrouw. Het liefste zou hij willen huilen, maar dat kon hij niet aan zijn vrouw laten zien. Hij moest haar het idee geven dat hij weer terug zou komen, dus liet hij zijn meest mannelijke kant zien: wat er ook moet gebeuren daar in de oorlog, ik zal winnen en terugkeren. Hij kwam echter nooit meer thuis.

Samen met andere mannen in het leger bereidde hij zich voor op de oorlog. Het slechtste en ergste moest in hemzelf bovenkomen om te overleven morgen. Hij moest klaar zijn, hij moest van alles wat voor zijn neus kwam winnen, desnoods vernietigen. Samen met zijn kameraden.

In de gevechten doodde hij vele tegenstanders, net als zijn kameraden, waarvan sommige geraakt werden en vielen, maar hij moest door, doorgaan, tot de laatste, totdat het voorbij is en dan naar huis, naar zijn vrouw en ongeboren kind.

Dan hoort hij geschreeuw van zijn beste kameraad naast hem. Hij kijkt en voelt zich schuldig dat hij hem niet heeft kunnen redden, terwijl hij zelf aan het vechten is met een tegenstander voor hem. Plotseling voelt hij iets vanachter in zijn rug gaan en er via zijn buik weer uitkomen. Zijn adem stokt, hij kan zijn spieren niet gebruiken en begint in elkaar te zakken, en dan ziet hij het zwaard van zijn tegenstander tegen zijn keel gaan, waarna hij zijn hoofd verliest en het contact met zijn lichaam kwijt is.

De boosheid en het verdriet zit nog in zijn lichaam, terwijl hij daar ligt. Hij had intelligenter, sneller en nog harder moeten zijn om dit te overleven. Nadat hij zijn lichaam verlaat en naar zijn lichaam kijkt en het slagveld, maakt hij een negatieve overtuiging: “Ik ben een loser (waardeloze man) en kan niet voor mijn gezin zorgen.” Deze overtuiging nam hij mee naar zijn nieuwe ouders in zijn huidige leven: “Bijzonder, want dat is precies wat ik van mijn eigen vader vind. Wat een waardeloze vent.”

Hij herkent alle gevoelens en lichamelijke gevoelens in zijn huidige leven: het is precies de strijd die hij voelt als hij ruzie heeft met zijn ex-vrouw. “Ik verlies letterlijk mijn hoofd als ze op een bepaalde manier voor me staat.”

Ontdek andere voorbeelden uit de Regressie- en Reïncarnatietherapie