De invloed van de RK Kerk

Schuld, zonde, boetedoening,
angst, straf, hel, dwang, misbruik, controle, uitbuiting, vervolging, onderdrukking en repressie


De kerk - en de invloed van de kerk - heeft een lange geschiedenis, die ieders leven wel op een of andere manier heeft aangeraakt. Veel problemen, klachten en trauma’s van iemand zijn terug te herleiden naar vorige (en voorouderlijke) levens waarin de kerk een negatieve rol speelde in het leven van de desbetreffende persoon. En wanneer je dieper gaat kijken naar hetgeen geleerd wordt in de (meeste traditionele) kerken, blijkt vaak dat ze niet de lering van Jezus Christus en zijn blijde boodschap (Het Nieuwe Testament) verkondigen, maar de lering van het Oude Testament (je aan alle regels en voorschriften houden om door God geaccepteerd en gered te worden). Helaas ben je dan juist nog verder van huis en je redding en heb je er weer een trauma bij, omdat het (vrijwel) onmogelijk is om alle regels en voorschriften keurig, netjes en gedwee te volgen. En natuurlijk weten de leiders en voorgangers dat…

Klachten, problemen en trauma’s door de Kerk

  • Schuld en zonde: De kerkelijke leer kan bij sommige mensen gevoelens van schuld, schaamte en zonde hebben versterkt. Vooral strenge dogma's en doctrines rond zonde en straf kunnen leiden tot diepe emotionele wonden bij gelovigen. Religieuze doctrines die strenge regels en voorschriften opleggen, kunnen leiden tot diepe schuldgevoelens bij gelovigen. Dit kan voortkomen uit het idee dat men nooit goed genoeg is, dat men voortdurend zondigt, of dat er eeuwige straf volgt op overtredingen.

  • Angst voor straf en hel: Sommige gelovigen zijn opgegroeid met het idee dat fouten maken of afwijken van kerkelijke regels zou leiden tot eeuwige straf in de hel. Dit kan een intense angst en trauma veroorzaken. In veel religieuze overtuigingen wordt gesproken over een hel, een plaats van eeuwige straf voor degenen die zondigen. Deze angst voor de hel kan een diepe emotionele impact hebben, vooral op jonge kinderen die opgroeien met deze leer.

  • Repressie van emoties: In sommige kerkelijke omgevingen wordt het uiten van bepaalde emoties of verlangens als zondig gezien. Dit kan leiden tot het onderdrukken van natuurlijke menselijke emoties, wat op zijn beurt tot psychologische problemen kan leiden.

  • Verlies van eigenwaarde: Religieuze dogma's die bepaalde gedragingen of eigenschappen veroordelen, kunnen leiden tot een laag zelfbeeld bij mensen die zichzelf zien als zondaars. Bijvoorbeeld, als iemand ontdekt dat hun seksuele geaardheid of genderidentiteit niet overeenkomt met de leer van hun kerk, kan dit leiden tot ernstige psychologische stress en trauma.

  • Dogma's en indoctrinatie: Strenge kerkelijke dogma's en indoctrinatie kunnen interfereren met de individuele groei en zelfexpressie. Dit kan later in het leven tot conflicten en trauma's leiden wanneer een persoon probeert zijn of haar eigen identiteit te ontwikkelen.

  • Geweld en misbruik binnen religieuze instellingen: Helaas zijn er gevallen bekend van misbruik misbruik of van macht binnen religieuze instellingen. Dit kan variëren van seksueel misbruik door geestelijken tot fysiek en emotioneel geweld binnen religieuze gemeenschappen. Dit kan variëren van misbruik door religieuze leiders tot het bijwonen van rituelen die als schadelijk werden ervaren. Deze ervaringen kunnen diepe trauma's veroorzaken die iemand in volgende levens kan meedragen of doorgeven.

  • Dwang en controle: Sommige religieuze groeperingen oefenen sterke controle uit over hun leden, waarbij vrije wil en eigen keuzes worden onderdrukt. Dit kan leiden tot trauma's zoals angst voor autoriteit, moeite met het uiten van eigen mening, en een voortdurend gevoel van onderdrukking.

  • Verlies van geloof: Het verlies van geloof of spirituele verbinding als gevolg van negatieve ervaringen in vorige levens kan ook traumatisch zijn. Dit kan leiden tot existentiële crisis, verwarring en een gevoel van doelloosheid.

  • Het gevoel vervolgd te worden om wie je bent of wat je doet: Bijvoorbeeld, iemand die in een vorig leven betrokken was bij een religieuze groepering die vervolgd werd door de kerk of andere autoriteiten, kan trauma hebben opgelopen door marteling, gevangenschap of executie.

Waar staat het Oude Testament voor?

Het Oude Testament is als een representatie van de menselijke toestand vóórdat hij zich bewust wordt van zijn innerlijke kracht en goddelijke potentieel. De verhalen en wetten in het Oude Testament vertegenwoordigen de staat van de mensheid die geleid wordt door externe regels, wetten en omstandigheden. In het Oude Testament worden veel wetten en regels gegeven door God aan het volk Israël. Deze wetten worden gezien als symbolen van de externe regels en beperkingen waaraan mensen zich onderwierpen voordat ze hun innerlijke goddelijke kracht realiseerden. Veel van de verhalen in het Oude Testament zijn als reflecties van menselijke angst, twijfel en veroordeling. De verhalen over straf, toorn en oorlog symboliseerden de innerlijke strijd en het gebrek aan bewustzijn van de scheppende kracht binnenin, waardoor iemand extern kan gaan zoeken naar leiding en oplossingen. Hierin vertrouwen zij op externe autoriteiten en zien zichzelf als ondergeschikt aan een macht buiten henzelf.

Waar staat het Nieuwe Testament voor?

Het Nieuwe Testament vertegenwoordigt een nieuw bewustzijn en een nieuwe manier van zijn. Het Nieuwe Testament begint met de geboorte van Jezus Christus en belicht de opkomst van het individuele bewustzijn van de goddelijke kracht binnenin elk individu. Jezus Christus wordt hierbij gezien als een symbolische representatie van het goddelijke bewustzijn dat in elk individu aanwezig is. Zijn leringen van liefde, vergeving en het koninkrijk van God binnenin, benadrukken het ontwaken van het innerlijke goddelijke zelf. In het Nieuwe Testament staat geloof (en vertrouwen) centraal. De vele wonderen en genezingen in de Bijbel kunnen gezien worden als symbolen van het geloof en vertrouwen in de eigen goddelijke kracht om te manifesteren en te creëren. Een belangrijk concept in het Nieuwe Testament is het idee van het "Koninkrijk van God binnenin"., wat een oproep is om het goddelijke binnenin onszelf te zoeken en te realiseren, in plaats van extern naar antwoorden te zoeken.

Het Dubbele Liefdesgebod van Jezus Christus

In het evangelie van Mattheüs, hoofdstuk 22, verzen 34-40, wordt Jezus gevraagd welk het grootste gebod in de wet is. Jezus antwoordt met het volgende:

"Jezus zeide tot hem: (1) Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het grootste en het eerste gebod. (2) En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten."

Jezus Christus was het die alle wetten en voorschriften van het joodse geloof hiermee terugbracht naar twee ‘wetten’ of Twee Geboden wat vaak wordt samengevat als het "dubbele liefdesgebod" in het christendom.:

  1. Liefde voor God

    • "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand."

    • Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één! Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Deuteronomium 6:4-6

  2. Liefde voor je naaste als voor jezelf

    • "Heb uw naaste lief als uzelf."


Voorbeeld:

Een enorme Hekel aan de kerk hebben

Zo was er een man die een enorme hekel had aan de Katholieke kerk en alles wat daarmee te maken had. Maar ook weer een grote fascinatie. Als de paus op televisie was, keek hij altijd. Het was net alsof hij het ‘allemaal’ snapte, maar dat kon niet omdat hij het niet kon weten. Hij was immers geen paus.

‘Achter gesloten deuren’

In een vorig leven bleek hij een paus te zijn en zag hij hoe het eraan toe ging wanneer de deuren dicht waren (veel drinken en eten en veel vrouwen, en mannen)) en hoe ver hij eigenlijk van de gewone man stond. Immers, de gesprekken gingen niet over God bij de mens brengen, maar hoe de Rooms-Katholieke kerk zijn invloed kon behouden en vergroten. In dat leven als paus maakte hij grote fouten. Hij deed niet waarvoor hij kwam, de gewone mens te verheffen in het geloof in hunzelf, maar werd ‘een’ van hen: mensen die vals licht brachten en teerden op de onwetendheid en de angst van het volk. Hij besefte dat hij zijn kwaliteiten had verkwanseld en een parasiet was geworden. Hij begreep nu zijn fascinatie en zijn hekel. Het had ‘m nu teruggebracht naar iets wat hij in zichzelf mocht helen.

Ontdek andere voorbeelden uit de Regressie- en Reïncarnatietherapie